Loading...
Column – De natuurlijke tuinvijver 2018-11-11T12:10:48+00:00

De natuurlijke tuinvijver.

Altijd is er wel een plek voor water in de tuin, vaak een vijver. Water heeft nu eenmaal een grote aantrekkingskracht op mensen. Maar zoals met alles in de tuin kan het ook bij een vijver goed misgaan. Het probleem van een vijver met vissen is dat de vissen gevoerd moeten worden en dat door al dat voeren al snel te veel voedingsstoffen in de vijver komen, met als gevolg een groene stinkende vijver. Bij een natuurlijke vijver zonder vissen hoeft niet gevoerd te worden en kunnen waterplanten de vijver helder houden. Met een natuurlijke vijver bedoel ik dan ook een vijver met veel natuurlijk leven van planten en dieren. Wie wil dit nu niet? Vooral als er veel te zien en te ontdekken valt  en waar je liever niet teveel aan hoeft te doen?

Ik was zo’n jongetje dat hele dagen met een schepnetje langs slootjes en meertjes liep om te kijken wat er nu weer in het meertje of slootje zat. Maar een vijver waar je soms met een netje, maar soms ook rustig langs de kant zittend een hele dag ontdekkingen kunt doen, variërend van kokerjuffers met hun huisje, libellenlarven met hun vangmasker, kikkervisjes, salamanders en nog veel meer, zo’n vijver is fantastisch. En dat is makkelijk te realiseren; salamanders in de vijver? Hoe maak je de vijver geschikt voor de wilde salamander, kikkers, libellen en kokerjuffers. De watertorretjes en de rest van het leven in zo’n vijver komen vanzelf wel.

De vijver moet minstens de helft van de dag zon krijgen bij voorkeur in de middaguren. Alleen dan warmt het water voldoende op zodat amfibieën , die immers koudbloedig zijn , kunnen overleven en zich voortplanten. Ook mogen er geen bomen direct om de vijver staan, hierdoor komt er te veel bladafval in het water terecht, die dan gaan rotten. Daardoor wordt het water zuurstofarm en te voedselrijk.

Amfibieën moeten de vijver gemakkelijk kunnen verlaten, een gloeiende oever, een boomstronk, ruwe stenen e.d. zorgen dat dit kan. De meest ideale oever is een moerasje, daar kunnen ze dan ook schuilen en voedsel zoeken. De vijver moet verschillende dieptes hebben zodat ze kunnen overwinteren en kunnen opwarmen en hun eieren kunnen afzetten en de larven kunnen zich dan ontwikkelen. Waterplanten zijn nuttig. Zuurstofplanten zijn belangrijk, deze bepalen voor een groot gedeelte het biologisch evenwicht en de waterkwaliteit. Amfibieën en vissen gaan niet samen in de vijver, die eten de eieren op en soms zelf de volwassen amfibieën.

Amfibieën voelen zich het meest thuis in een rommelige tuin met veel vaste planten en struiken, daar zoeken ze naar voedsel en kunnen ze schuilen, rommelhoekjes zijn ideale plekjes om te overwinteren.

De vijver mag in de winter niet geheel dicht vriezen, omdat amfibieën kunnen overwinteren op de bodem.

Hoe opener de tuin, hoe makkelijker amfibieën de vijver zullen vinden. Welke amfibieën er uiteindelijk in de vijver komen?? De meest algemene tuinbewoner is de gewone pad. Andere veelvoorkomende tuinbewoners  zijn de kleine watersalamander en de bruine en groene kikker. De alpenwatersalamander en de kamsalamander worden ook wel eens in vijvers gevonden.