Column – Tien gouden regels bij honden
REGIO – Om de lezers van Nieuwsblad Haarlemmermeer te informeren over een goede verzorging van hun huisdier, zal Ad Hinten van Dierenspeciaalzaak Hoofddorp elke week tips geven. Het onderwerp van deze week is: Tien gouden regels bij honden.
Honden kunnen goede vrienden van mensen zijn, maar door hun sterke tanden ook gevaarlijk zijn. Daarom moet je weten wat wel en wat je niet kan doen met een hond. Daarmee blijft de omgang met de hond veilig en leuk! Hierbij tien gouden regels voor ouders en hun kinderen bij de omgang met honden:
Ten eerste; sla nooit je armen om een hond heen. Als je je armen om een hond heen slaat, kan de hond denken dat je hem gevangen wilt houden. Dat vindt hij vaak niet fijn en dan kan hij gaan grommen of bijten om te zorgen dat je weer loslaat.
Ten tweede; eerst vragen of je een hond mag aaien. Niet alle honden vinden aaien prettig. Daarom moeten kinderen eerst toestemming aan hun ouders vragen en daarna kan men toestemming aan de eigenaar van de hond vragen of de hond geaaid mag worden. Als dit mag, is het verstandig om de hond eerst aan je hand te laten snuffelen voordat je gaat aaien. Aai nooit een hond die vastgebonden zit.
Ten derde; ren nooit op een hond af of van een hond weg. Als je op hem af rent, kan de hond dat eng vinden en als je wegrent wil de hond achter je aan rennen en spelen. Dat kunnen kinderen weer eng vinden. Loop daarom altijd rustig in de buurt van honden. Wil je dat de hond naar je toekomt, roep hem dan en ga niet zelf naar hem toe rennen.
Ten vierde; staar een vreemde hond niet aan. Aanstaren kan voor een hond bedreigend zijn. Kijk liever een beetje langs hem heen of naar zijn staart om de hond in de gaten te houden.
Ten vijfde; ga nooit onder of op een hond liggen. Als jij spelenderwijs onder de hond ligt, kan de hond zich opeens de baas gaan voelen. Ook komt je gezicht dan te dicht bij zijn tanden. Als jij op de hond gaat liggen, doe je hem misschien pijn en dan kan hij zich gaan verdedigen door van zich af te bijten. Blijf daarom staan of ga ergens op zitten als je met een hond speelt.
Ten zesde; laat een hond met rust als hij eet of slaapt. Een hond is misschien bang dat je zijn voer of kluif afpakt en wil dit dan verdedigen. Als je een slapende hond wakker maakt, kan hij schrikken en van zich afhappen. Stoor een hond dus niet als hij slaapt.
Ten zevende; ga nooit in de mand of bench van de hond zitten. Deze slaap- en lig plek van de hond zijn alleen van hem. Daar wil hij rustig liggen en zich veilig voelen. Laat de hond met rust als hij daar ligt.
Ten achtste; aai een hond nooit op zijn kop. Veel honden vinden dat niet prettig. Ze kunnen ervan schrikken en ze kunnen denken dat je de baas wilt spelen. Aai de hond liever op zijn borst of in zijn hals. Maar natuurlijk altijd eerst vragen of het mag!
Ten negende; doe geen trek- of stoeispel met de hond. Bij deze spelletjes gebruikt de hond zijn tanden en dat kan per ongeluk fout gaan. Verder kan de hond vooral bij kinderen merken dat hij sterker is en wil dan de baas gaan spelen. Een spel dat men wel veilig met een hond kan doen is het gooien met een bal. Pak de bal nooit uit de bek van de hond, maar wacht totdat hij de bal zelf laat vallen.
Ten tiende; kinderen moeten een probleem met een hond niet zelf oplossen maar hun ouders (of het baasje van de hond) waarschuwen. Een hond vindt het meestal niet leuk als een jong kind de baas wil spelen en kan dan venijnig worden. Een hond ziet volwassenen wel als zijn baas, omdat zij groter en sterker zijn en thuis de baas van de roedel zijn.
Vragen aan Ad? Mail: ad@dierenspeciaalzaakhoofddorp.nl