VEREN PLUKKEN
Het uittrekken van veren ofwel verenplukken is niet echt een ziekte maar vaak een vorm van abnormaal gedrag. Een papegaai die in de natuur op een rustige en veilige plek zit zal daarvan gebruik maken door zijn verenpak in orde te gaan maken. Dit verenpak verzorgen associeert de papegaai met een gevoel van rust en veiligheid.
Als een papegaai, die opgesloten zit, het ergens niet mee eens is kan hij niet vluchten, ook kan hij zijn frustratie niet op een soortgenoot afreageren. De papegaai zal toch de behoefte hebben om te kalmeren en zo overdreven veel aan zijn veren gaan poetsen. Ineens gaat hij/zij dus zijn verenkleed “verzorgen” omdat dat hij ‘weet” dat hem dat altijd een goed gevoel gaf.
De papegaai vertoont een gedrag wat eigenlijk niet in die situatie (stress) maar juist in een andere situatie (rust) thuis hoort. Echter door de stress zal het rustige gevoel ditmaal uitblijven. Dat probeert de papegaai dan te compenseren door dit verzorgende gedrag dan maar veel heftiger en hardhandiger uit te voeren.
Dit gedrag leidt hem af van de stress en verlaagd daardoor het onaangename stress gevoel. Het gevolg is wel dat hij uit frustratie zo hardhandig zijn verenpak gaat “verzorgen” dat er stukken uit de veren afgebeten worden met de snavel. Deze stugge veren breken af of worden er later door de papegaai uit getrokken. De korte donsveertjes worden vaak ontdaan van de dwarsbaarden en “verpluizen” helemaal. Dat een papegaai een verenplukker is, kan je zien aan de veren op de kop, dit is namelijk de enige plek waar de vogel niet bij kan. (Heeft de vogel ook een kale kop, dan betekent dat dat hij geplukt wordt door een soortgenoot).De vogel begint meestal met pikken op de borst en op de “schouders” van de vleugel .
Oorzaak frustratie:
Er zijn verschillende oorzaken voor deze frustraties te noemen zoals verveling ten gevolge van een hele dag alleen in huis of opgesloten zitten in een kooi. Juist vogels die erg gehecht zijn aan mensen zijn gevoelig voor dit gedrag. Als de baas weggaat zou de vogel graag meegaan. In het oerwoud zal het uit het oog verliezen van elkaar makkelijk tot elkaar kwijtraken leiden. De vogel gaat schreeuwen om aandacht te trekken of blijft gefrustreerd achter met een vervelend gevoel van verlatenheid. Helaas kan geen baas 24 uur per dag bij zijn vogel blijven.
Verveling:
Verveling is de grootste oorzaak voor abnormaal gedrag. Ieder vogel is verschillend en heeft een andere behoefte aan aandacht, dit kan ook per soort erg uiteenlopen. Veel vogels die zichzelf kaalplukken blijven dit doen om aandacht van de eigenaar te vragen.
Lichamelijke oorzaken:
Veermijten en parasieten kunnen een oorzaak van het plukgedrag zijn, maar ook allerlei andere factoren zoals: droge lucht, verkeerde voeding, allergie, rui-stoornis, infectie aan de veerfollikels (PBFD) kunnen een geïrriteerde huid geven. Als de huid gaat jeuken wil de papegaai dit tegengaan door met zijn poot of snavel te krabben. Hij trekt er dan wat veertjes uit en de huid zal zo steeds verder geïrriteerd raken. Soms is het echter moeilijk om onderscheid te maken tussen een verenplukker vanuit een lichamelijke oorzaak of een verenplukker vanuit abnormaal gedrag.
Bij twijfel zal de dierenarts of gedragstherapeut dan ook aanraden om een virustest te laten uitvoeren. De huid van de papegaai is het gevoeligst op de plaats waar de veer door de huid heen komt. De papegaai zal dus zijn veren eruit blijven trekken zolang de oorzaak niet weg wordt genomen. Het afwijkende gedrag kan zo’n gewoonte geworden zijn dat de kans om dit patroon te doorbreken moeilijk word. De nieuwe doorkomende veren zitten eerst nog in een omhulsel waardoor het eerder aanvoelt als een prikkend stokje dan als een zachte veer. De vogel kan erop gefixeerd raken om deze “stokjes” zo snel mogelijk te verwijderen. Doordat de papegaai herhaaldelijk de nog groeiende veren eruit trekt kunnen de veerfollikels zo beschadigd raken dat de veren uiteindelijk helemaal niet meer terugkomen. Normaal gesproken groeit zodra een veer verwijderd wordt er binnen 3-4 weken weer een volledig nieuwe veer terug.
Verwonding:
Wanneer een vogel zich verwondt is dit niet altijd even goed te zien. Een verwonding kan bij een vogel zonder hulp erg mooi genezen. Maar die tijd gunt de vogel zichzelf vaak niet. Zodra het pijn doet of jeukt gaat de vogel er aan krabben of bijten. Daardoor wordt het van kwaad tot erger. Sommige vogels gaan echt gaten in zichzelf vreten. Kaketoes bijten vaak een stuk uit hun borst en agapornissen hebben voorkeur voor hun oksels of vleugelschouders. Wat begint met een kromme veer kan eindigen tot een fikse verwonding. Bij de eerste verschijnselen van dit gedrag moet ogenblikkelijk hulp bij de dierenarts gezocht worden. Als deze wonden langere tijd bestaan vertonen ze namelijk nauwelijks enige genezingstendens meer. De dierenarts zal de vogel tijdelijk een kraag omdoen en de wond onder inhalatie-anesthesie opfrissen en hechten.
Voorkomen?:
Om deze zelfbeschadiging te voorkomen moet je er allereerst goed over nadenken of je je nieuwe huisdier wel een goed leven kunt bieden. De vogel moet zo ruim mogelijk gehuisvest worden zodat hij de ruimte heeft om te vliegen als hij dat wil. Het mooist is in een buitenvolière en nog mooier is met een soortgenoot als gezelschap. Als je hem echt als huiskamervogel wilt houden moet je goed bedenken of je hem alle aandacht kan geven die het dier nodig heeft. Een papegaai heeft een intelligentie wat te vergelijken is met een kind van 3- 4 jaar oud, en besef dat hij ruim 50 jaar oud kan worden.
Verenkleed:
Om een verenkleed goed in conditie te houden is een volledige voeding van groot belang. Vitaminedruppels worden wel vaak verkocht tegen verenpikken maar zullen het probleem zelden oplossen. Ook moet de vogel de mogelijkheid hebben om een bad te nemen. Is er geen ruimte voor een bad dan is het een grote aanrader om de vogel met de plantenspuit te besproeien. Zorg voor steeds schoon water. In een met water gevulde plantensproeier die in de vensterbank in de zon heeft gestaan kunnen gemakkelijk bacteriën gaan groeien
Kraag:
Het gebruik van een kraag moet gezien worden als een zwaktebod. Het is te vergelijken met iemand die nagelbijt, de handen op de rug vastbinden, om er op die manier voor te zorgen dat hij weer lange nagels krijgt.
Bij een gedragsconsult wordt vaak de vergelijking gemaakt met nagelbijters bij mensen. Met hun nagels is zelden of nooit wat mis. Soms begint het bijten met een echt scheurtje in een nagel. Daarna verwordt dit gedrag tot gewoonte dat bij vele situatie wordt uitgevoerd. Spannende film op TV, wachten op de bus, examenvrees, verveling als iemand niets te doen heeft etc. Als er toch een kraag om gedaan wordt dan moet de kraag om blijven tot de vogel weer in een goede conditie is en al zijn veren mooi zijn terug gegroeid. Het terug groeien van de veren duurt maar een week of zes maar de vogel moet vergeten dat hij ooit heeft geplukt dus moet hij soms de kraag wat langer om houden. Een deel van de vogels zal vergeten dat hij ooit zijn veren heeft uitgetrokken na het afdoen van de kraag. Het grootste deel zal, als er niks aan de levensomstandigheden van de vogel wordt verandert, na het afdoen van de kraag weer even hard verder gaan met plukken of zelfbeschadiging. Verenplukkers blijven dus altijd risicovogels. Net als nagelbijters bij mensen vervallen ze na korte of langere tijd bij stress, verveling of frustratie weer snel terug in het oude gedrag. Medicijnen hebben op dit gedrag zelden invloed en zouden alleen in combinatie met een gedragstherapie gebruikt moeten worden.
Omgaan met de verenplukker:
Hoe sneller na het beginnen met plukken deskundige hulp van een ervaren deskundige wordt ingeroepen, hoe groter de kans dat het gedrag nog gestopt of afgeleerd kan worden. Vogels die al jaren plukken zullen dit gedrag meestal niet meer afleren. U kunt proberen om het verenplukken zo veel mogelijk tegen te gaan. Zodra een vogel plukt geef hem dan géén aandacht! Niet bestraffend toespreken of iets dergelijks. Ook bij bestraffend toespreken krijgt de vogel uiteindelijk toch de aandacht waar het hem uiteindelijk grotendeels om te doen is ! Negeer de vogel dus volkomen. Ook niet kijken of enig zins uw hoofd richting de papegaai bewegen! Ze merken echt alles op! Elke keer als de vogel succes heeft om door middel van het plukken uw aandacht te trekken zal hij het plukken (bijten) een volgende keer nog langer en hardnekkiger proberen. U versterkt dan dus zelf het ongewenste gedrag en bent indirect (met de beste bedoelingen) wel medeschuldig aan het in stand houden van dit gedrag !!
Afleiding:
Zorg voor voldoende afwisseling in het speelgoed. Heeft U ooit zelf wel eens een leuk spel maanden achtereen gedaan?. Dan gaat het spel u uiteindelijk vervelen. Verwissel dus wekelijks het speeltje en bied hetzelfde speeltje na enkele weken opnieuw aan. Dan blijft het leuk!
Voeding:
Zorg voor goed voer met als basis pellet voeding, hierin zitten alle voedingsstoffen die uw papegaai nodig heeft. Doordat u pellets geeft, kan uw papegaai niet selecteren (bijv. alleen de zonnepitten eruit halen) en weet u zeker dat hij/ zij alle voedingsstoffen binnen krijgt. Biedt daarnaast dagelijks verschillende versnaperingen aan als fruit, wilgentakken, een stukje kaas of een walnoot waarin u met een hamer een klein deukje heeft gemaakt. De vogel zal daarna een tijdje bezig zijn met het verder “slopen” van de walnoot. Na deze bezigheid is het vaak tijd om te rusten. Als u iedere keer voordat u vertrekt bijv. een walnoot geeft, zal de vogel in plaats van een negatieve associatie (alleen gelaten worden) als snel een positieve associatie krijgen (lekkernij).
In het wild besteden papegaaien het grootste deel van de dag aan het zoeken naar voedsel, u zou dus het voer voor uw papegaai verspreidt over de dag kunnen aanbieden. Om de papegaai meer moeite te laten doen om zijn voedsel te kunnen bemachtigen, kunt u het bijvoorbeeld verstoppen in een doosje. De papegaai moet nu het voer eerst vinden en dan het doosje proberen te openen om zo bij zijn voer te kunnen komen. (Dit moet wel eerst met een open doosje worden aan geboden en zo stap voor stap moelijker worden gemaakt). Ook zou u bijv. een bak met beukensnippers onder in de kooi kunnen zetten en daar het voer in verstoppen, zodat de papegaai kan scharrelen.
Geluid:
Papegaaien communiceren luidkeels in het oerwoud omdat visueel contact in de dichte wouden vaak moeilijk is. Bij het verdwijnen uit het gezichtsveld kan de vogel dus gaan schreeuwen. Dit kan soms verminderd worden door in een andere ruimte een radio aan te zetten. Bij voorkeur niet op een muziek maar juist op en praatprogramma. Het is voor de vogel net of er dan nog wel mensen aanwezig zijn, maar hij kan ze alleen niet zien. De truc werkt niet als de radio in dezelfde ruimte staat als waar de papegaai zich bevind, omdat de vogels wel zo slim zijn om te weten dat het dan om de radio gaat.
Bitterspray:
Als een vogel net begint met plukken kunt u nog proberen deze gewoonte voor de vogel onaangenamer te maken door iets bitters op de veren te doen. U moet de vogel dan wel vangen en in sprayen.
Op de lange termijn:
Ook als de vogel helemaal kaal is geweest kunnen de veren vaak nog geheel of grotendeels terugkomen. Als de vogel jaren lang heeft geplukt zijn de veerfollikels vaak dusdanig beschadigd dat de vogel zijn vermogen om nieuwe veren te maken is kwijtgeraakt. Als een vogel echt niet van het verenplukken is af te brengen blijft er nog maar één oplossing over: acceptatie door de eigenaar. De kaalheid is overigens meestal niet zozeer een probleem voor de vogel of zijn soortgenoten maar meer een probleem van de eigenaar. Vervelend voor hem of haar, maar veel minder vervelend voor de vogel. Hoe dan ook het blijft belangrijk dat de eigenaar eerst probeert om alle adviezen serieus uit te proberen.